-->
Op 10 april vond de eerste bijeenkomst van de Learning Community Gezond Ontwerp van de DKH-GSL plaats. Tijdens deze bijeenkomst reflecteerden we gezamenlijk op de Basisset Indicatoren Gezonde Leefomgeving, ontwikkeld door RIVM en TNO. De groep bestond uit leden en partners van de DKH-GSL, aangevuld met belanghebbenden en toekomstgebruikers.
Na de introductie volgde een workshop waarin we de lijst met indicatoren verder onder de loep namen en verbeterpunten formuleerden. Er werd waardevolle feedback verzameld, die we in de vorm van geleerde lessen graag met jullie delen.
Voor een meer effectieve en doelgerichte toepassing van de indicatoren is het wenselijk om de indicatoren te kunnen koppelen aan een duidelijk handelingsperspectief. Dit is essentieel om concrete acties te kunnen ondernemen. Het inzetten van bijvoorbeeld een welzijnslabel kan hierbij een ondersteunend middel zijn . Dit vraagt echter om zorgvuldige afwegingen en keuzes. Daarnaast moet de indicatorenset beter inzicht geven in de onderliggende doelen, waarbij duidelijk wordt waarop precies wordt gestuurd en hoe de balans wordt verdeeld tussen fysieke en sociale indicatoren.
Er bestaat ook behoefte aan een bredere set indicatoren om relevantie en volledigheid te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn indicatoren zoals fietsdichtheid, wandeldichtheid, boomkroonvolume per vierkante meter en specificaties met betrekking tot type groen en kwaliteit. Tegelijkertijd moeten bestaande indicatoren, zoals het aantal huurwoningen, beter worden geduid om te voorkomen dat ze onterecht invloed suggereren op het begrip kwaliteit.
Een link naar landelijke normen en referentiewaarden is sterk gewenst, waarbij helderheid moet worden geboden over reeds bekende richtlijnen uit beleidsnota’s. Deze waarden moeten echter flexibel ingezet kunnen worden, afhankelijk van de specifieke context van een buurt, wijk of gemeente. Dit biedt ruimte voor maatwerk en een effectievere toepassing op lokaal niveau.
Technologische ondersteuning kan de inzet van indicatoren aanzienlijk versterken. Aanbevolen wordt om integratie mogelijk te maken met moderne digitale hulpmiddelen zoals GIS-tools, AI-tools en digital twins. Deze technologieën bieden de mogelijkheid om scenario’s te simuleren, de impact van beleid inzichtelijk te maken en de relevantie van specifieke indicatoren duidelijk te onderbouwen.
Een belangrijk uitgangspunt voor monitoring is het uitvoeren van een nulmeting. Dit vormt de basis voor het meten van impact en voortgang in latere fasen. Daarnaast is het van groot belang om de toepassing van de indicatorenset te ondersteunen door deze te koppelen aan andere relevante tools, bijvoorbeeld via de VNG. Het vergroten van de bekendheid en acceptatie van de set bij gemeenten en organisaties is cruciaal voor een succesvolle en brede implementatie.
De geleerde lessen en specifieke feedback per indicator die tijdens de sessie benoemd zijn worden meegenomen in de verdere aanscherping van de basisset Indicatoren Gezonde Leefomgeving. Eind Q2 komt de notitie over de basisset indicatoren uit, daarna gaan RIVM en TNO verder met de dorontwikkeling van indicatoren die nu nog niet beschikbaar zijn. In Q3 komt de LC Gezond Ontwerp bij elkaar om het volgende thema te bespreken. We gaan na de zomer verder met ‘sociale cohesie’. Binnenkort zal de uitnodiging hiervoor verschijnen.
De Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven is een onafhankelijk en open platform van publieke en private organisaties. We werken samen met inwoners aan oplossingen voor een gezonde stedelijke leefomgeving. De organisaties binnen de hub ontwikkelen wetenschappelijk onderbouwde, datagedreven concepten en instrumenten: evidence based producten en diensten die een positief effect hebben op de gezondheid van iedereen die woont, werkt of recreëert in een stedelijke omgeving. Nu en in de toekomst.
Lees meer